Opstellen/aanpassen aanvrage

Meestal betreft de aanvraag de prioriteitsaanvraag, dat wil zeggen meestal de eerdere Nederlandse aanvraag. Die is meestal al in het Engels opgesteld. Die Nederlandse aanvraag wordt meestal aangepast. Bijvoorbeeld de conclusies kunnen aangepast worden als het Nederlandse NieuwheidsRapport (en de Schritelijke Opninie) daar aanleiding toe geeft. Ook kunnen verdere voorbeelden toegevoegd worden. En zo verder.

Kern van de aanvraag, in juridische zin, zijn de conclusies. De conclusies beschrijven, in wollige termen, de beschermingsomvang. Er zijn onafhankeleijke conclusies, zoals conclusie 1, en afhankelijke conclusies (zoals conclusie 2 en verder). De (uiteindelijk) verleende onafhankelijke conclusies bepalen de beschermingsomvang, omdat ze het breedst zijn. Afhankelijke conclusies kunnen opgevat worden als verdere voorbeelden. De inleiding van de beschrijving bevat de zogenaamde stand der techniek, het vertrekpunt van de uitvinding. Daarna volgt de beschrijving van de uitvinding, in termen van de afhankelijke conclusies. Daarna volgen voorbeelden, figuurbeschrijvingen en experimenten.

Indienen PCT-aanvraag

De eventueel aangepaste aanvraag wordt ingediend, meestal bij OCNL, maar het EOB en WIPO kunnen ook als receiving office gelden. De aangepaste aanvraag gaat meestal vergezeld met een zogenaamde PCT-Direct Letter. Daarin wordt uitgelegd dat de voorliggende conclusies nieuw en inventief geacht worden, en welke wijzigingen er eventueel doorgevoerd zijn. Ook wordt vriendelijk verzocht de Search Fee terug te storten.

Kern van de aanvraag, in juridische zin, zijn de conclusies. De conclusies beschrijven, in wollige termen, de beschermingsomvang. Er zijn onafhankeleijke conclusies, zoals conclusie 1, en afhankelijke conclusies (zoals conclusie 2 en verder). De (uiteindelijk) verleende onafhankelijke conclusies bepalen de beschermingsomvang, omdat ze het breedst zijn. Afhankelijke conclusies kunnen opgevat worden als verdere voorbeelden. De inleiding van de beschrijving bevat de zogenaamde stand der techniek, het vertrekpunt van de uitvinding. Daarna volgt de beschrijving van de uitvinding, in termen van de afhankelijke conclusies. Daarna volgen voorbeelden, figuurbeschrijvingen en experimenten.

Internationaal Onderzoeksrapport en Schriftelijke mening

Het EPO doet een eerste onderzoek naar vergelijkbare al gepubliceerde stukken en stelt een rapport op. Hier geeft de Onderzoeker ook aan of de aanvrage octrooieerbaar is. ! Let op: dit is nog geen beslissing. De octrooigemachtigde beoordeelt het rapport en wij informeren u hierover.

Omdat er in Nederland geen octrooiraad is wordt een belangrijk deel van het inhoudelijke werk uitbesteed aan het Europees OctrooiBureau (EPO). Daar zitten “Examiners”, die in een bepaald vakgebeid bekwaam zijn. Zij onderzoeken primair of de conclusies nieuw zijn, en als ze dat zijn, of ze ook inventief zijn. Verder hebben ze gebruikelijk opmerkingen over de “leesbaarheid” van de conclusies; die opmerkingen kunnen we meestal ter harte nemen. Soms zijn alle conclusies nieuw en inventief, vaker maar een beperkt aantal, of zelfs geen. Van belang is om de analyse van de Examiner na te lopen, omdat er bijna altijd wel ruimte in de betogen zit. Het gevolg is vaak dat onze onafhankelijke conclusie (te optimistisch) te breed is. Dan biedt een combinatie van een afhankelijke conclusie met een onafhankelijke concusie, en soms een deel van de beschrijving, vaak een goede terugvalpositie. Anders gezegd, er blijft meesal wel iets over. Of dat dan de moeite waard is, is een andere, maar commercieel veel relevantere, vraag.

Internationale publicatie

ongeveer 18 maanden na indiening publiceert het WIPO de aanvrage. Alles wat op dat moment beschreven staat in de aanvrage is beschermde materie. Alle andere aanvrages ingediend na deze datum moeten ten opzichte van uw aanvrage nieuw en inventief zijn.

Omdat er in Nederland geen octrooiraad is wordt een belangrijk deel van het inhoudelijke werk uitbesteed aan het Europees OctrooiBureau (EPO). Daar zitten “Examiners”, die in een bepaald vakgebeid bekwaam zijn. Zij onderzoeken primair of de conclusies nieuw zijn, en als ze dat zijn, of ze ook inventief zijn. Verder hebben ze gebruikelijk opmerkingen over de “leesbaarheid” van de conclusies; die opmerkingen kunnen we meestal ter harte nemen. Soms zijn alle conclusies nieuw en inventief, vaker maar een beperkt aantal, of zelfs geen. Van belang is om de analyse van de Examiner na te lopen, omdat er bijna altijd wel ruimte in de betogen zit. Het gevolg is vaak dat onze onafhankelijke conclusie (te optimistisch) te breed is. Dan biedt een combinatie van een afhankelijke conclusie met een onafhankelijke concusie, en soms een deel van de beschrijving, vaak een goede terugvalpositie. Anders gezegd, er blijft meesal wel iets over. Of dat dan de moeite waard is, is een andere, maar commercieel veel relevantere, vraag.

Verzoek voor annvullend onderzoek

Het kan voorkomen dat de Examiner constateert (terecht of onterecht) dat er sprake is van meer dan een uitvinding. Voor die verdere uitvindingen kan dan een supplementair onderzoek aangevraagd worden.

Omdat er in Nederland geen octrooiraad is wordt een belangrijk deel van het inhoudelijke werk uitbesteed aan het Europees OctrooiBureau (EPO). Daar zitten “Examiners”, die in een bepaald vakgebeid bekwaam zijn. Zij onderzoeken primair of de conclusies nieuw zijn, en als ze dat zijn, of ze ook inventief zijn. Verder hebben ze gebruikelijk opmerkingen over de “leesbaarheid” van de conclusies; die opmerkingen kunnen we meestal ter harte nemen. Soms zijn alle conclusies nieuw en inventief, vaker maar een beperkt aantal, of zelfs geen. Van belang is om de analyse van de Examiner na te lopen, omdat er bijna altijd wel ruimte in de betogen zit. Het gevolg is vaak dat onze onafhankelijke conclusie (te optimistisch) te breed is. Dan biedt een combinatie van een afhankelijke conclusie met een onafhankelijke concusie, en soms een deel van de beschrijving, vaak een goede terugvalpositie. Anders gezegd, er blijft meesal wel iets over. Of dat dan de moeite waard is, is een andere, maar commercieel veel relevantere, vraag.

(optioneel) Indiening aanvullend verzoek voor Internationaal onderzoek

Een technische Onderzoeker beoordeelt de aanvrage op nieuwheid en inventiviteit en kijkt wat verleenbaar is. De bezwaren van de Onderzoeker worden gestuurd als een “Office Action”. De octrooigemachtigde reageert hierop door bijvoorbeeld de conclusies aan te passen. Vanzelfsprekend in goed overleg met u.

(optioneel) Aanvullend Internationaal Onderzoeksrapport

Materieel is dit onderzoek gelijk aan het eerdere, behalve dat het betrekking heeft op de verdere vinding.

Eerste Internationaal rapport voor octrooi-verleenbaarheid

Van dit rapport kennen we meestal de inhoud wel, omdat de geciteerde documenten hetzelfde zijn als in de International Search, en de gevolgtrekking voor nieuwheid en inventiviteit hetzelfde is. We nemen dit document meestal voor kennisgeving aan.

Nationale fase

Een groot aantal landen hanteert de 30-maanden termijn, en ook een groot aantal landen de 31-maanden termijn. Dat is in de regel de laatste kans om de Nationale Fase in te gaan. Het aantal landen dat gekozen wordt is meestal wel beperkt tot een klein aantal. We hebben daarbij het voordeel dat “Europa” als een land geldt.